Met de start van het nieuwe schooljaar breekt opnieuw de tijd aan van boekentassen vullen en brooddozen klaarmaken. We willen vaak alles tot in de puntjes perfect doen voor onze kinderen, van een kleurrijke, voedzame brooddoos tot de allerleukste tussendoortjes. Herkenbaar, toch? Maar laten we niet vergeten om ook wat mild voor onszelf te zijn. Soms is een boterham met choco echt oké. Variatie en afwisseling in de voorbereidingen zijn minstens zo belangrijk.
In het WGC in Nieuw Gent ontmoeten we Lize Vanhaverbeke. Met negen jaar ervaring als diëtiste in WGC Nieuw Gent en tien jaar als gezondheidspromotor in WGC de Watersportbaan, brengt Lize een schat aan kennis met zich mee over voedzame maaltijden en gezonde levensstijl. We zijn benieuwd naar haar inzichten en tips over hoe we onze kinderen een gezonde levensstijl kunnen aanleren zonder de stress van perfectie?
Het Wijkgezondheidscentrum (WGC) speelt hierbij een belangrijke rol. Zij meten niet alleen de “temperatuur” van de wijk, maar vervullen ook een essentiële sociale rol. Hun inzichten helpen ons te begrijpen hoe we onze kinderen goed kunnen ondersteunen zonder onszelf onnodig onder druk te zetten. Wijkgezondheidscentra werken multidisciplinair met huisartsen, verpleegkundigen, diëtisten, maatschappelijk werkers en andere hulpverleners samen om de best mogelijke zorg te bieden. Een belangrijke pijler is gezondheidspromotie, gericht op het verbeteren van de algehele gezondheid door middel van diverse acties en projecten.
Hoe ziet een voedzame maaltijd er precies uit?
Lize: Een voedzame maaltijd is allereerst gevarieerd. Ik kan niet zomaar zeggen dat een enkele maaltijd voedzaam is zonder naar het bredere dieet te kijken. Bijvoorbeeld, als een kind een keer een worstenbroodje meeneemt, maar de rest van de week volkoren boterhammen met verschillende soorten beleg en groenten eet, dan is dat prima. Het gaat om de balans en variatie in het geheel.
Wat is volgens jou de ideale brooddoos?
Lize: Theoretisch gezien bevat een ideale brooddoos volkoren granen, een eiwitbron, en iets van groenten of fruit. Maar het hoeft niet perfect te zijn. Een wit broodje met kippenwit is ook oké, zolang er af en toe variatie is. Het belangrijkste is dat kinderen leren luisteren naar hun lichaam: voelen ze zich vol of hebben ze nog honger? Het gaat erom dat ze niet alleen denken in termen van gezond en ongezond, maar ook leren ontdekken wat ze lekker vinden, welke texturen hen aanspreken, en hoe hun lichaam reageert op verschillende voedingsmiddelen.
Kinderen moeten teruggaan naar de basis van honger en verzadiging. Als ze na twee boterhammen al genoeg hebben, dan is dat ook prima. Zo leren ze ook dat eten niet altijd superlekker hoeft te zijn; er zijn verschillende gradaties van wat lekker is, en dat is allemaal goed. Het hoeft niet altijd het allerlekkerste te zijn, zoals een worstenbroodje of een pizza. Juist die variatie en het luisteren naar hun eigen lichaam is belangrijk voor een gezonde en gebalanceerde relatie met eten.
Hoe kunnen scholen bijdragen aan voedzame maaltijden?
Lize: Scholen kunnen bijvoorbeeld soep aanbieden of subsidies aanvragen voor fruit en groenten. Dit vraagt echter tijd en inzet. Daarom juich ik ook projecten zoals Brooddoosnodig toe.
Wat zijn de oorzaken van niet voedzame maaltijden bij kinderen?
Lize: Dit kan komen door een gebrek aan kennis, tijdsgebrek, voedselvaardigheden, financiële beperkingen, of de invloed van reclame en de keuzes van kinderen zelf. Het is belangrijk om ouders te ondersteunen met praktische tips en kennis over gezonde voeding.
Hoe ondersteun jij als diëtiste ouders in dit proces?
Lize: Mijn rol is om gezondheid te promoten, advies te geven en ouders te ondersteunen zonder te stigmatiseren. Het is belangrijk om ouders gerust te stellen dat het oké is als het niet altijd perfect lukt. Bijvoorbeeld, ouders van een kieskeurig eter kunnen ervoor kiezen om pizza mee te geven omdat dat het enige is dat hun kind eet. Dit betekent niet dat ze geen stappen ondernemen om de eetgewoonten van hun kind te verbeteren. Ze kunnen zich richten op het introduceren van nieuwe smaken en voedingsmiddelen tijdens het weekend, terwijl ze doordeweeks het veilige pad van pizza volgen. Dit is een strategie die gericht is op het behouden van de eetlust van hun kind, terwijl ze tegelijkertijd langzaam werken aan een breder voedingspalet.
Ook moeten we kinderen zeker niet stigmatiseren op basis van hun voeding. Kinderen kunnen al streng genoeg zijn voor elkaar en sommige initiatieven op scholen kunnen dit onbedoeld versterken. Zo worden er bijvoorbeeld op sommige scholen stickers uitgedeeld aan kinderen met een voedzame brooddoos. Maar dit is voor de kinderen met een minder voedzame brooddoos een hard signaal.
Komen ouders spontaan met een hulpvraag tot bij jou?
Lize: Vaak komen ouders via collega’s in het wijkgezondheidscentrum bij mij terecht. We proberen ook de drempel te verlagen door tijdens consultaties tips te geven.
In samenwerking met wijkpartners hebben we bijvoorbeeld in Nieuw Gent meegedaan aan het project Ratatouille. Dit project richt zich op koken en praten over voeding en opvoeding, speciaal voor ouders van jonge kinderen. Gedurende vijf dagen bespreken we diverse thema’s, waaronder de lunch. We gebruiken vaak foto’s van brooddozen om in kleine groepjes te bespreken wat we zien, wat we lekker vinden, en wat voedzaam is. Het doel is om een gesprek te openen over gezonde keuzes binnen de realiteit van het dagelijkse leven.
Wat komt er uit die gesprekken?
Hoewel we weten dat we voornamelijk mensen bereiken die al interesse hebben en hun best doen, valt het ons nog steeds op hoe uiteenlopend de ideeën over gezonde voeding kunnen zijn. In de sessies merken we bijvoorbeeld dat sommige ouders denken dat een croissant of chocoladekoek een gezonde optie is omdat het licht lijkt. Dit benadrukt een belangrijk aspect van ons werk: het is essentieel om ouders te informeren zodat ze een bewuste keuzen kunnen maken. Het doel van deze sessies is om niet te stigmatiseren, maar om iedereen te betrekken en te ondersteunen. Ouders delen hun ervaringen en wij delen die van ons, want ook wij geven af en toe een boterham met choco mee aan onze kinderen. Dit helpt om een realistisch beeld te schetsen en te benadrukken dat het belangrijk is om een evenwicht te vinden binnen de dagelijkse werkelijkheid.
Welke tips en tools geef je aan ouders die aangeven dat ze beperkte tijd of middelen hebben?
Lize: Het is belangrijk om praktische tools en kennis te delen. We geven voorbeelden en recepten mee, en we kijken naar de specifieke behoeften van elke persoon. Als iemand creatief is, proberen we die creativiteit ook in het bereiden van maaltijden te benutten. Voor ouders met weinig tijd geven we tips zoals maaltijdplanning en het gebruik van restjes van de warme maaltijd voor de volgende dag.
Welke tips zou jij geven aan ouders om de voedingswaarde van een brooddoos te verhogen zonder meer geld of tijd te besteden?
Lize: Een goede tip is om je maaltijden te plannen en je boodschappenlijstjes op die planning af te stemmen. Dit helpt je te voorkomen dat je last-minute ongezonde kant-en-klaar producten koopt. Daarnaast kun je restjes van de warme maaltijd als lunch gebruiken. En je hoeft echt geen dure kleine groenten zoals minikomkommers of snoeptomaatjes te kopen; een gewone tomaat of paprika is ook prima. Snijd deze in stukjes en ze zijn net zo voedzaam.
Heb je nog een afsluitende boodschap?
Lize: Het is essentieel om te normaliseren dat het niet altijd perfect hoeft te zijn. Ouders doen hun best en het is oké als het eens niet lukt. Het belangrijkste is om kinderen een gezonde relatie met voeding mee te geven en hen te leren luisteren naar hun eigen lichaam.
Het nieuwe schooljaar staat voor de deur, en bij Brooddoosnodig streven we niet naar perfectie. Een beetje variatie en een vleugje mildheid in de brooddoos brengen je al een heel eind op weg. Laat ons vooral het schooljaar samen goed beginnen.